
Allard Boterenbrood
In Fotografie, Openbare ruimteWindowspotting
![]() |
In ons land richten mensen de ramen van hun woningen vaak met zorg in. Zoals een winkel zijn koopwaar in de etalage presenteert, presenteren bewoners zich hiermee aan de buitenwereld.
Het fenomeen wortelt stevig in de Nederlandse geschiedenis van wonen en huiseigendom. Anders dan omringende landen was hier lange tijd geen echte adelstand met de bijbehorende kastelen en hereboerderijen. De veelal arme inwoners bouwden hun eigen kleine hutten. Het was hun thuis en dat wilden ze laten zien aan de buitenwereld. Een traditie werd geboren.
Je kunt het fenomeen als deel van ‘de Nederlandse Identiteit’ zien, een identiteit die traditie koppelt aan verandering. Het gaat niet om uitsluitend autochtone makers, ook bij allochtonen vindt de traditie navolging.
Het voortduren van deze traditie wordt gedocumenteerd in het doorlopende project ‘Windowspotting’. De honderden gefotografeerde ramen zijn ondergebracht in de categorieën A t/m D.
(…)‘Ik liep met de wandelwagen, en er was een auto die de brug op wilde. Hij nam de bocht en lag op zijn kant. Ik zag hem gaan… plat. Het was een auto van Duyvis. Al die slasaus en azijn en olie over de weg; geen mayonaise… ook geen mosterd. We hebben hier twee jaar gratis slasaus gehad, zoveel flessen had ik. Je mocht gewoon rapen. M’n hele wandelwagen zat vol, de kleine er uit… onderop nog een berg azijnflessen gestouwd. De hele buurt raapte. De bestuurder was gelukkig ongeschonden, politie erbij. Die zeiden niets en ach, die chaos moest toch worden weggeruimd. Ik kan niet zeggen dat ik – nadat ik door die voorrad slasaus heen was – merkvast was geworden, ik kocht nooit Duyvis. Ik ging altijd naar Jac Hermans, nam daar altijd het huismerk. En er is een keer een bierauto… was iedereen blikjes en flessjes bier aan het rapen. Ze rolden alle kanten op, wéér bij dat voetgangersstoplicht.’(…)
‘Er was regelmatig alleen maar blijkschade. Motorrijder onderuit, slippartijen met de gladheid. In ieder mens zit een gezonde dosis sensatiezucht, het klinkt raar maar bij mij was daar wel sprake van… ik geef het toe… dat je automatisch een tikje teleurgesteld was… o, alleen maar blikschade… nou ja. Gebeurde er iets, dan gaf dat spanning in je lichaam. Maar wat vreselijk was, dat bleef vreselijk.’(…)
Ria Bastiaanse-Goedemans in ‘Klabángngng… en dan de stilte’ door Margit Willems, Z! nr.7 2013.